Paling is een langwerpige trekvis. Palingen komen in zowel zoet- als zoutwater voor. Volwassen kunnen ze 40 tot 70 centimeter lang worden. Er zijn ongeveer twintig verschillende soorten.
Paling komt vooral voor in de Atlantische Oceaan en kustgebieden en rivieren in Europa, de Middellandse zee en in Azië. De Europese soort komt onder andere in Nederland voor. Daar vind je hem in vrijwel alle rivieren, kanalen polders en het IJsselmeer. Hij leeft daar in modderbodems. Veel paling wordt gekweekt in verband met overbevissing.
Voor het bakken van de paling snijd je hem in kleinere stukken. Dan marineer je hem een uurtje in een marinade van bijvoorbeeld citroen, peper en zout, waarna je hem goudbruin bakt.
Stoofaal
Wil je liever stoven? Snijd hem dan in stukjes en doe deze in een koekenpan, samen met specerijen naar keuze. Giet er wijn, azijn en water over en laat het geheel twintig minuten tot een half uur zachtjes stoven onder een deksel.
Paling is een vette vis en bevat veel enkel- en meervoudig onverzadigde vetzuren. Deze vis is van nature rijk aan vitamine D. De vetzuren hebben een gunstig effect op het hart en bloedvaten.
Deze vette vis is heerlijk om los te eten, maar kan ook goed gecombineerd worden in verschillende gerechten.
Denk bijvoorbeeld aan:
Je koopt paling op jouw lokale markt bij de visboer. Vraag je visboer of hij je paling panklaar wilt maken, zo kan jij thuis direct aan de slag!